Frank Vandenbroucke geeft details over zijn plan
Derde golf aan maatregelen in het Terug naar Werk-beleid
Op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) keurde de regering vrijdag een reeks nieuwe maatregelen goed die het Terug naar Werk-beleid (TNW) verder moeten versterken. Zo wil de regering langdurig zieken, waar mogelijk, terug naar werk begeleiden.
Filip Ceulemans
"We willen de mensen de beste ondersteuning bieden wanneer ze uitvallen en hen zo goed als mogelijk terug begeleiden naar een job", zegt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Frank Vandenbroucke ter inleiding van de goedkeuring van de derde golf aan maatregelen in het kader van het Terug naar Werk-beleid door de federale regering. "Werk geeft namelijk structuur, zorgt voor sociale contacten en biedt financiële zekerheid. Het maakt deel uit van het herstel, mits we het op de juiste manier aanpakken: aangepast, mensgericht en met respect voor ieders situatie."
Rode draad: contact
De strategie om langdurig zieken terug aan het werk te krijgen, ging al van start tijdens de vorige legislatuur, met als rode draad 'contact'. "Om mensen de juiste ondersteuning te bieden, heb je vooral persoonlijk contact nodig. Tijdens de eerste golf aan maatregelen uit 2021 werd gestart met Terug naar Werk-coördinatoren. Zij hebben als opdracht bereikbaar te zijn voor een persoonlijk gesprek met iemand die arbeidsongeschikt is. Samen met de patiënt moet hij nagaan wat nog wel mogelijk is en niet focussen op de beperkingen, maar op de kansen die er nog steeds zijn.
Vanaf de tweede golf (2023) werd een vast ritme ingebouwd: in de vierde, de zevende en de elfde maand van het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid werd een persoonlijk contact ingebouwd tussen de patiënt en de adviserend arts van het ziekenfonds. Dit moet zorgen voor ondersteuning en creëert bovendien een vast ritme aan contacten. "Mensen weten zo dat er opvolging komt, dat ze er niet alleen voor staan. Dat is enorm belangrijk voor het herstelproces." Tegelijk werd beslist dat er in de toekomst nooit een invaliditeitserkenning voor langer dan één, twee of vijf jaar zou komen, behalve natuurlijk in uitzonderlijke gevallen.
Derde golf: sneller contact
Vrijdag keurde de regering de derde golf goed. Die gaat van start op 1 januari 2026 en moet zorgen voor een nog sneller en krachtiger contact. "Want hoe sneller werk betrokken wordt bij herstel, hoe groter de kans dat iemand kan terugkeren", meent de minister. De derde golf versterkt ook de samenwerking tussen diverse betrokken artsen. Zo wordt gegarandeerd dat de arbeidsarts het getuigschrift arbeidsongeschiktheid dat de huisarts uitschrijft automatisch ontvangt. Vandaag blijft het principe dat werkgevers hun arbeidsarts na één maand afwezigheid verwittigen immers al te vaak dode letter. Van de arbeidsarts wordt voortaan verwacht dat hij al na één maand actie onderneemt door te informeren, in gesprek te gaan en mogelijke aanpassingen voor te stellen.
Werkgevers worden op hun beurt verplicht om binnen zes maanden een re-integratietraject te starten voor wie dat vraagt en nog arbeidspotentieel én een arbeidscontract heeft. Voor wie geen arbeidsovereenkomst meer heeft, maar nog wel arbeidspotentieel heeft, wordt een verplichte inschrijving voorzien bij een arbeidsbemiddelingsdienst. Binnen de maand na inschrijving moet een eerste gesprek volgen.
TRIO-platform
"Voor het eerst krijgt ook de behandelend arts een duidelijke rol. We werken aan een eenvoudige ‘fit-note’ die aangeeft wat wél nog mogelijk is", vervolgt de minister. Het nieuwe TRIO-platform zorgt ervoor dat er overleg kan plaatsvinden met de adviserend arts en de arbeidsarts. Omdat een attest in het eerste jaar maximaal voor drie maanden kan worden uitgeschreven, worden contact en opvolging zo verzekerd.
Niet enkel van de artsen en de werkgever wordt actie verwacht. "We moeten er als overheid alles aan doen om mensen die zijn uitgevallen de beste ondersteuning te bieden, maar deze personen moeten natuurlijk ook ingaan op uitnodigingen en zich tijdig inschrijven bij de VDAB, le FOREM of Actiris zodat de begeleiding sneller op gang komt", is Vandenbroucke duidelijk.
Iedereen verantwoordelijk
De nieuwe maatregelen leggen verantwoordelijkheden bij alle partners:
- Werkgevers betalen vanaf 2026 een solidariteitsbijdrage in de tweede en de derde maand van de arbeidsongeschiktheid en worden gestimuleerd om regelmatig contact te houden met hun zieke werknemer en aangepast werk voor hem te voorzien. Werkgevers zullen geen gewaarborgd loon moeten betalen als werknemers die het werk gedeeltelijk hervatten met toestemming van de adviserend arts opnieuw ziek worden. Bij herval na een volledige werkhervatting is pas na acht weken opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd.
- Werknemers worden aangemoedigd actief mee te werken aan hun traject. Gaan ze herhaaldelijk niet in op verplichte gesprekken met TNW-coördinatoren, arbeidsbemiddelaars, adviserend artsen en arbeidsartsen dan volgen er sancties. Wie arbeidspotentieel heeft zonder contract, moet zich inschrijven bij een arbeidsbemiddelingsdienst.
- Ziekenfondsen worden verder geresponsabiliseerd. Hun financiering zal in toenemende mate afhankelijk zijn van het succes waarmee ze langdurig zieken begeleiden richting werk.
- Artsen krijgen een duidelijke rol in het inschatten van arbeidspotentieel. Attesten mogen in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid niet meer dan drie maanden bedragen. Er komen richtlijnen per pathologie en een databank om voorschrijfgedrag beter op te volgen en onderling overleg hierover te organiseren.
Vierde golf
Nog vooraleer de derde golf van start gaat, kondigt Frank Vandenbroucke al aan dat hij al druk is met de uitwerking van de vierde golf. Deze is gericht op mensen die zeer langdurig ziek zijn. "Wie langdurig of chronisch ziek is, moet minstens één keer per jaar zijn behandelend arts zien voor een gesprek over zijn arbeidsgeschiktheid: om dat te garanderen zou jaarlijks een nieuwe aanvraag ‘arbeidsongeschiktheid’ moeten gebeuren voor iedereen die langer dan één jaar arbeidsongeschikt erkend is. Contact blijft dus ook voor mensen die erg langdurig ziek zijn het sleutelwoord.
"Dit beleid is streng waar nodig, maar steeds met oog voor menselijkheid en de gezondheid van de uitgevallen persoon. Het vertrekt vanuit de vraag: wat kan iemand nog wél? Niet door te forceren, maar door kansen te creëren, samen met artsen, werkgevers, arbeidsbemiddelaars en ziekenfondsen. Wie kan werken, voelt zich beter. Maar wie nog niet kan werken, verdient de zekerheid dat gezondheid altijd vooropstaat. Ons Terug-naar-Werkbeleid is daarom een verhaal van kansen en perspectief, voor iedereen die aan de zijlijn staat maar weer wil meedoen”, besluit Frank Vandenbroucke.